DifficultyMoeilijkheidsgraad: expert
Inhoud
| Table of Contents | ||||
|---|---|---|---|---|
|
Learning Objectives
After reading this article, you’ll be able to:
configure Zens sensorsLeerdoelen
Na het lezen van dit artikel zul je in staat zijn om:
Zens sensoren configureren in Workplace
send Zens data to gegevens naar Workplace
Data-Stream Configuration
Zens sends data to the Workplace platform through a webhook. The Spacewell Consultant creates a customer unique token in External Data Sources, and communicates the connection details to Zens.
Deploy sensors in Workplace Platform
Add New Devicesturen
Configuratie gegevensstroom
Zens stuurt gegevens naar het Workplace platform via een webhook. De Spacewell consultant maakt een uniek token voor de klant aan in External Data Sourcesen geeft de verbindingsgegevens door aan Zens.
Sensoren inzetten in Workplace Platform
Nieuw apparaat toevoegen in Workplace back-end Studio
Go to your environment Ga naar je omgeving (https://studio.cobundu.com ) and en log in
Create an Maak een External Data Sources and en Custom Device Types following the instructions
Select the location, where you can manually add a sensor via "Add New Device"
Manually add device through location > devices > new: location is filled in.
Select the Device Type you have created in step 2. This will automatically link the device channel.
Fill in the Device ID followingde instructies volgen
Selecteer de locatie waar u handmatig een sensor kunt toevoegen via "Nieuw apparaat toevoegen".
Handmatig apparaat toevoegen via locatie > apparaten > nieuw: locatie is ingevuld.
Selecteer de Type apparaat die je in stap 2 hebt gemaakt. Hierdoor wordt het apparaatkanaal automatisch gekoppeld.
Vul de Apparaat-ID volgende https://spacewell.atlassian.net/wiki/spaces/KB/pages/579142021/Custom+Device+Types#Configure-devices-in-Workplace
| Info |
|---|
Both on Zens as on Spacewell side, device IDs need to be unique |
Zowel bij Zens als bij Spacewell moeten apparaat-ID's uniek zijn. |
Voer een zinvolle Naam apparaat (bijvoorbeeld customer_floor number_area).
Select a Location from the location tree if this is already known (automatically filled in if location was selected before adding new device).
Linked Locations is not relevant for this kind of sensor.
Selecting the correct Device Type "Generic PIR" should automatically set the Type to "Presence" and the Channel to “PIR” (see Advanced).
Selecteer een Locatie uit de locatiestructuur als deze al bekend is (automatisch ingevuld als locatie werd geselecteerd voordat nieuw apparaat werd toegevoegd).
Gelinkte locaties is niet relevant voor dit soort sensor.
Door het juiste Apparaattype "Generieke PIR" te selecteren, wordt het Type automatisch ingesteld op "Aanwezigheid" en het Kanaal op "PIR" (zie Geavanceerd).
Ga voor meer informatie over het toevoegen van meerdere nieuwe apparaten aan Studio naar Configure devices (add, remove, import, and export).
Quality Assurance
Next step is the Quality Assurance to make sure that the whole installation and configuration of your Motion sensor was a success. SeeKwaliteitsborging
De volgende stap is de kwaliteitscontrole om er zeker van te zijn dat de hele installatie en configuratie van uw bewegingssensor een succes was. Zie Quality Assurance Occupancy and Utilization Sensor
Check the Motion Sensor
The sensor LED will glow green when the motion sensor is properly connected. This is the sign that the sensor is receiving power.
Note: If the green LED does not work, check the RJ12 connections to the charging module.
After connection, the LED sensor will flash orange. After 30 seconds the flashing will stop and the sensor is in use
Wave your hand slowly 5 to 10 times in front of the sensor. This will activate the motion sensor, and the sensor's LED will turn orange Checking the motion sensor and power supply Note: If this does not happen, the entire RJ12 cabling and power supply must be checked.
After the installation of the charging module and the motion sensor, the working can be checked.
SearchControleer de bewegingssensor
De sensor-LED zal groen oplichten wanneer de bewegingssensor correct is aangesloten. Dit is het teken dat de sensor stroom ontvangt.
Opmerking: Als de groene LED niet werkt, controleer dan de RJ12-verbindingen naar de laadmodule.
Na het aansluiten knippert de LED-sensor oranje. Na 30 seconden stopt het knipperen en is de sensor in gebruik.
Zwaai 5 tot 10 keer langzaam met je hand voor de sensor. Dit zal de bewegingssensor activeren en de LED van de sensor zal oranje oplichten De bewegingssensor en de voeding controleren Opmerking: Als dit niet gebeurt, moet je de volledige RJ12-bekabeling en voeding controleren.
Na de installatie van de laadmodule en de bewegingssensor kan de werking worden gecontroleerd.
Zoek op
| Live Search |
|---|