/
De objectverwijzing opnieuw definiƫren

De objectverwijzing opnieuw definiƫren

Moeilijkheidsgraad: beginner

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel zul je in staat zijn om:

  • Identificeer een referentie in Werkplekbeheer.

  • Wijzig de objectreferentie.


Het objectreferentiepatroon

Elk object in Werkplekbeheer krijgt een unieke referentie. De objectreferentie bestaat uit letters die verwijzen naar het object en cijfers die verwijzen naar het nummer van de instantie in de reeks. Samen vormen ze een unieke referentie voor elke instantie in Workplace Management. Standaard is de naamgeving van objectreferenties logisch gestructureerd. Sommige referenties beginnen met het jaar, gevolgd door een dynamisch nummer. Elke keer dat er een nieuwe instantie wordt aangemaakt in Workplace Management, wordt dit nummer met 1 verhoogd.

Voorbeelden van objectverwijzingen

Hieronder zie je een lijst met de meest gebruikte objecten in Werkplekbeheer:

  • De Neem contact op met object CON-yy000 gebruikt.

  • De Verzoek object REQ-000000 gebruikt.

  • De Activa object AST-000000 gebruikt.

  • De Catalogusartikel object gebruikt CAT-000000.

  • De Werkopdracht object WRK-yy0000 gebruikt.

  • De Eigendom object PRP-000000 gebruikt.

  • De Gebied object SP-0000 gebruikt.

  • De Reservering object RES-yy00000 gebruikt.

  • De Contract object gebruikt CTR-yy000.

  • De ObjectRapport object gebruikt "Client"-REP-000

  • De Document object gebruikt D-yy00000.

Het is mogelijk om een datumopmaakpatroon (jj=jaar, mm=maand, dd=dag) in te voeren als onderdeel van het referentiepatroon.

Een objectverwijzing opnieuw definiƫren

Ook al zijn de objectreferenties vooraf gedefinieerd in de baseline, het is mogelijk om een klantspecifiek referentiepatroon te maken.

Houd er rekening mee dat de standaard referentienamen algemeen bekend zijn bij ontwikkelaars, consultants en bestaande klanten die met Workplace Management werken. Wijzig de referentienaam daarom alleen als dit absoluut noodzakelijk is, omdat dit het gebruik en beheer van de omgeving bemoeilijkt.

In het onderstaande voorbeeld wijzigen we het objectpatroon voor het object "Request.

  1. Zoek naar het relevante object; in ons geval is het object Aanvraagmet behulp van de Object knop op het startbord;

  2. Open het object door op de hyperlink in de kolom Naam;

  3. Ga naar de instellingen van het object door te klikken op de knop "Tandwielpictogram" in de rechterbovenhoek;

  4. Klik op Nieuw om een nieuw referentiepatroon te genereren.

    1. In de volgende paragraafbespreken we de instellingen van het referentiepatroon.

  5. Klik na het aanpassen van de instellingen op Opslaan en terugkeren;

  • Indien van toepassing zul je zien dat het standaard referentiepatroon voor het object al gedefinieerd is in de instellingenlijst. Wanneer een nieuw patroon wordt aangemaakt, zal het laatste de bestaande patronen in de lijst overschrijven.

  • Een referentie is uniek en wordt gegenereerd op het moment dat een instantie wordt aangemaakt. Het wijzigen van het patroon na het aanmaken van een instantie zal dus niet de bestaande referenties bijwerken.

Instellingen referentiepatroon

In de onderstaande tabel worden de referentiepatronen uitgelegd.

Instelling

Uitleg

Instelling

Uitleg

Object

Verwijst naar het object waarop het patroon van toepassing is. Probeer dit niet te veranderen.

Patroon

Het patroon geeft het formaat aan dat de objectverwijzing volgt.

Patroon opheffen

Het is mogelijk om het standaardpatroon opnieuw te definiƫren. Wanneer dit veld wordt ingevuld, wordt de waarde in het veld "Patroon" vervangen.

Herkenningspatroon

Een reguliere expressie die automatisch kan ontdekken of bepaalde tekst voldoet aan deze referentie. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het maken van gebieden via een DWF-import.

Individueel referentiepatroon

Instelling die niet wordt gebruikt in de adaptieve gebruikersinterface.

Laatste referentie

De laatste referentie bepaalt de startwaarde van de reeks.

Type

Het is mogelijk om te specificeren op welk type (opsomming) dit patroon van toepassing moet zijn. Opmerking: De verwijzing wordt aangemaakt op basis van het type dat is opgegeven voor de instantie bij het moment van creatie. De categorie wijzigen na het creƫren van de instantie zal niet een nieuwe referentie genereren.

Categorie

Het is mogelijk om te specificeren op welke categorie dit objectreferentiepatroon van toepassing moet zijn. Opmerking: De verwijzing wordt aangemaakt op basis van de categorie die is gespecificeerd voor de instantie in de moment van creatie. De categorie wijzigen na het creƫren van de instantie zal niet een nieuwe referentie genereren.

Sorteerveld

Als dit veld is ingesteld, worden de instanties gesorteerd in een lijst op basis van de waarde van dit veld. Standaard sorteert de lijstweergave op de referentie in oplopende volgorde. Deze instelling wijkt echter af van de standaardwaarde.

Voorvoegsel veld

De instelling wordt niet gebruikt in de adaptieve gebruikersinterface.

Voorvoegsel toevoegen

De instelling wordt niet gebruikt in de adaptieve gebruikersinterface.

Referentiepatroon in het grootboek

Met de boekhoudmodule in Werkplekbeheer kan de gebruiker een uniek referentiepatroon opgeven voor uitgaande en inkomende facturen. per Grootboek. Het is mogelijk om meerdere grootboeken tegelijk te hebben draaien; met deze optie kan de gebruiker dus eenvoudiger zien aan welk grootboek een factuur is gekoppeld.

Een uniek referentiepatroon instellen voor facturen in een grootboek:

  1. De Grootboek kan worden gevonden onder de Boekhouding module in het navigatiemenu;

  2. Open een grootboek door op de hyperlink in het Referentie kolom;

  3. Klik op de Instellingen tab;

  4. Vul een uniek patroon in voor inkomende en uitgaande facturen.

Samenvatting

Ā