Installatie deurtellingssensor
Moeilijkheidsgraad: expert
Leerdoelen
Na het lezen van dit artikel zul je in staat zijn om:
Bereid uw omgeving voor op het gebruik van deurtellingssensoren
Deurtellingssensoren installeren
Controleer of de deurtellingssensoren correct zijn geïnstalleerd
Tabs deurtelsensoren zijn deur- en raamtellers. In Workplace geven ze aan hoe vaak een deur/raam geopend is in de loop van een dag (tellers worden om middernacht gereset).
Hier vind je de checklist voor installatie: Checklist hardware on-site visit or installation.
Bekijk onze instructies hier: Tabs Installatiegids
Vereiste: Gateway
Deurtelsensoren maken verbinding via het LoRa-netwerk. Zorg ervoor dat je je LoRa hub installeert voordat je de sensoren installeert (kijk op LoRa Gateways, Hubs installation guides voor meer informatie).
Installatie van de sensor
Voorbereiding
Controleer of locaties van toepassing zijn op vereisten
Installatie gebeurt zo hoog mogelijk in de deur
Geef op de Prepare your sensor plan waar alle sensoren moeten worden geplaatst, inclusief waar de plaatsing van de sensoren afwijkt van deze normale procedure
Sensor voorbereiden
Plaats 2 stukjes plakband op de zijkant van de sensor aan de kant met de lipjes in reliëf.
Plaats 1 stuk plakband op de platte kant van de magneet.
Plaats geen tape op de zijkant van de QR code
Installatie van de sensor
Controleer op basis van het sensorplan waar elke sensor moet worden geïnstalleerd.
Zorg er bij het installeren van de sensor en de magneet voor dat de deur door geen van beide onderdelen geblokkeerd wordt.
Plaats de magneet op de deur zelf.
Plaats de sensor op het deurkozijn met de LED naar de magneet gericht.
Verwijder de doorzichtige batterijstrip om de sensor in te schakelen (rood vakje 2).
Tijdens de installatie is het belangrijk om reinig het installatieoppervlak om stofdeeltjes te verwijderen die een grote invloed hebben op de sterkte van de lijmverbinding. Dit kan worden gedaan met een eenvoudige stofdoek.
Zodra het oppervlak schoon is, verwijder de plakbandgroefr en monteer de sensor op de gewenste locatie.
Druk de sensor gedurende 5 seconden stevig tegen het installatieoppervlak.
Herhaal de laatste 3 stappen voor de magneet.
5. Geef de sensor-ID's aan op de plattegrond of in excel voor mapping (laatste 8 cijfers van het nummer beginnend met 58- of E8-).
6. Stuur Sensorplan met sensorplaatsingsindicatie naar Spacewell (scan, foto) voor kartering
Sensoren inzetten in het Workplace Platform
Op het achterpaneel van de sensor vind je de apparaat-ID. Afhankelijk van de versie van de sensor kan de positie van de apparaat-ID-informatie op de sensor iets verschillen.
Wanneer de sensorsticker Device ID in het formaat 58A0-CB00-0010-XXXX of E8E1-E100-010C-XXXX vermeldt: voeg streepjes toe na elke 2 tekens in Studio (om 58-A0-CB-00-00-10-XX-XX resp E8-E1-E1-00-01-0C-XX-XX te verkrijgen).
Houd er rekening mee dat pas nadat het volgende gegevenspakket is verzonden, gegevens voor deze sensor zichtbaar zullen zijn in uw omgeving. (Dit betekent dat dit, afhankelijk van het tijdstip van uploaden naar Studio en activiteit bij de klant, even kan duren).
Nieuw apparaat toevoegen in Workplace back-end Studio
Ga naar je omgeving (https://studio.cobundu.com ) en log in
Selecteer de locatie waar u handmatig een sensor kunt toevoegen via "Nieuw apparaat toevoegen".
Handmatig apparaat toevoegen via locatie > apparaten > nieuw: locatie is ingevuld.
Selecteer Type apparaat "TrackNet Door&Window v1.3". Hierdoor wordt het kanaal van het apparaat automatisch gekoppeld.
Ga naar Apparaat-ID als serienummer met alle hoofdletters en inclusief de streepjes. Wanneer de sensorsticker Device ID in het formaat 58A0-CB00-0010-XXXX of E8E1-E100-010C-XXXX vermeldt: voeg streepjes toe na elke 2 tekens in Studio (om 58-A0-CB-00-00-10-XX-XX resp E8-E1-E1-00-01-0C-XX-XX te verkrijgen).
Voer een zinvolle Naam apparaat (bijvoorbeeld customer_floor number_area).
Selecteer een Locatie uit de locatiestructuur als deze al bekend is (automatisch ingevuld als locatie werd geselecteerd voordat nieuw apparaat werd toegevoegd).
Gelinkte locaties is niet relevant voor dit soort sensor.
Door het juiste apparaattype "TrackNet Door&Window v1.3" te selecteren, wordt het kanaal automatisch ingesteld op "open" en het type op "Puls" (zie Geavanceerd).
Ga voor meer informatie over het toevoegen van meerdere nieuwe apparaten aan Studio naar Sensor Management .
Kwaliteit
Op de live plattegronden (bijvoorbeeld in touchpoints Workplace web (Go) en The Workplace App), zou je moeten zien dat het aantal elke keer dat de deur wordt geopend, wordt opgeteld. In Workplace back-end Studio's Sensor Managementzou je waarden 0+1+0+1 moeten zien binnenkomen.
Voor live plattegronden en dashboards wordt alleen de overgang van 0 naar 1 geteld. Dit betekent dat alleen deur opening wordt geteld.
Onthoud dat je in Studio ook waarden van de hartslag van de sensor zou kunnen/moeten zien binnenkomen. Verwar deze niet met werkelijke gegevens (een hartslag zou 1+1+1 als waarden verzenden, terwijl echte gegevens 0+1+0+1 zouden zijn...). Meer informatie over hartslagen: How to monitor Sensor Health
De volgende sensor verzendt alleen hartslagen, geen gedetecteerde waarden/gegevens:
Zoek op